Slachtoffers in de media

Wat gaat goed en wat kan er beter als slachtoffers ‘in de media komen’? Het platform Slachtoffers in de media onderzoekt de wijze waarop journalisten verslag doen van ongevallen, rampen, misdrijven en andere ingrijpende gebeurtenissen waarbij sprake is van slachtofferschap.


Dialoogavond Slachtoffers in de media

Donderdag 28 november organiseert Fonds Slachtofferhulp met Hogeschool Utrecht en Pakhuis de Zwijger een dialoogavond in Amsterdam.

Direct betrokkenen delen inzichten en praktische handvatten. Wil jij erbij zijn en deel uitmaken van deze waardevolle discussie? Meld je aan bij Pakhuis de Zwijger.

Slachtoffers in de media… In theorie werkt alles zoals het moet werken. De praktijk is weerbarstig. Dat is dé reden waarom de lijst met 7 handreikingen is ontstaan vanuit de praktijk. Tientallen journalisten, slachtoffers, familieleden en deskundigen leveren een voortdurende bijdrage aan de handreikingen. Dit alles in de wetenschap dat de lijst nooit volledig of perfect zal zijn.

Elke handreiking komt voort uit een- of meerdere dilemma’s uit de beroepspraktijk. Dilemma’s waarbij journalisten, slachtoffers en andere betrokkenen keuzes maken. Kenmerkend is dat de juiste keuze voor de een de verkeerde keuze kan zijn voor de ander en vice versa.

Elke handreiking gaat gepaard met een toelichting en een suggestie om de handreiking naar eigen inzicht in te zetten. Wellicht goed om te weten: alle voorbeelden bij de toelichtingen op de handreikingen zijn afkomstig van direct betrokkenen.

Wat leveren de handreikingen op? Meer praktisch inzicht in de dynamiek tussen media en slachtoffer. Verbeteren van verslaggeving met concrete ervaringen, waar mogelijk meer rekening houden met slachtoffers en problemen voorkomen.

Belangrijk

De 7 handreikingen zijn op geen enkele wijze bedoeld als tiplijst. De handreikingen zijn bedoeld om dilemma’s zichtbaar en bespreekbaar te maken. Wil je verdieping, praktische tips en/of adviezen? Ga met slachtoffers, collega’s en anderen het gesprek aan.

1. Bedenk bij elk detail in hoeverre de privacy van betrokkenen in het geding is

  • Toelichting: privacy en persvrijheid bijten elkaar vrijwel altijd

    Journalisten hebben de taak om het publiek te informeren over wat er gebeurt in de samenleving. Het gaat daarbij om verifieerbare feiten. Deze feiten kunnen gevolgen hebben voor de privacy van betrokkenen.

    Bijvoorbeeld: een vrachtwagen botst op een auto en de bestuurder van de auto is overleden. Is een foto waarop duidelijk het 06 nummer van de vrachtwagenchauffeur te zien is nodig? En is het nodig om te vermelden dat de overleden automobilist een vrijwilliger is bij de lokale carnavalsvereniging? En dat ooggetuigen spreken over de chauffeur die ‘een verwarde indruk’ maakte? En dat de politie een blaastest heeft afgenomen bij de vrachtwagenchauffeur (zonder de uitkomst hiervan te melden)? De beeld- en eindredacteur besloten dat publicatie van deze details nodig was.

    Een ander voorbeeld: een journalist volgt een moordzaak op de voet en schrijft daar een boek over zonder medeweten van de nabestaanden. De journalist wendt meerdere bronnen aan en verwerkt details in de berichtgeving. Uiteindelijk schrijft de journalist ook een boek dat feiten bevat. De nabestaanden voelen zich overvallen door de publicatie en de nieuwe feiten.

    Journalisten maken voortdurend afwegingen: welke feiten en details zijn nodig voor een verhaal? Bij deze afweging botst de privacy van betrokkenen met persvrijheid. Hoofdvraag is: welke feiten verwerken journalisten wel en welke niet in verhalen?

  • Hoe hiermee om te gaan?

    Maak een belangenafweging gebaseerd op de feiten die (1) wel of niet in het verhaal aanwezig moeten zijn, (2) gewenst zijn of (3) puur ter ondersteuning dienen van het verhaal. Bedenk bij elk feit of de informatie nodig is voor het publiek en in hoeverre de privacy van betrokkenen in het geding is / of kan zijn. Neem eventueel contact op met betrokkenen en bespreek je werkwijze.

  • Reacties uit de beroepspraktijk

    “Je ziet ook vaak dat mensen wél graag met vermelding van hun volledige naam hun verhaal willen doen. Dat pakt niet altijd goed uit. In die zin is de zorg terecht. In de documentaire De Blauwe Familie zie je mensen die met vermelding van hun volledige naam meewerken, dat zijn slachtoffers van racisme op de werkvloer. Enkele deelnemers aan de documentaire zijn daarna gestraft voor hun deelname.” (Jair Schalkwijk / Control Alt Delete)

    “Het gaat erom dat de artikelen of items van een journalist verifieerbaar en waarachtig zijn, dat kan samen gaan met het waarborgen van de privacy van het slachtoffer.” (Jair Schalkwijk / Control Alt Delete)

2. Balanceer professionele distantie en persoonlijke betrokkenheid

  • Toelichting: er is een spanningsveld

    Distantie sluit betrokkenheid niet uit. En andersom. Bij een ongeluk of misdrijf is het soms ook de journalist die in contact treedt met mensen die zich verdrietig, boos, bang of machteloos voelen. Wat doe je dan als journalist? Alleen vragen naar wat er feitelijk aan de hand is? Natuurlijk niet. De journalist is ook een mens van vlees en bloed. En ja, er is een spanningsveld. Hoe ver gaat de betrokkenheid van de journalist? Staat de journalist naast het slachtoffer of houdt de journalist afstand? Een journalist is niet een hulpverlener.

    Bijvoorbeeld: Regelmatig en langdurig contact houden met bronnen helpt de nieuwsvoorziening. Gaat dat zo ver dat je bij iemand die je voor een documentaire sprak gaat behangen als hij verhuist, tien jaar na de première van de documentaire?

    Spreek je familieleden van een vermoorde moeder alleen met draaiende camera en laat je alle contact verder via redactieleden verlopen? Deze werkwijze vergroot professionele distantie. Wanneer is dat gewenst? Het levert bijvoorbeeld op dat een interview met nabestaanden spontaner is. Een nadeel is dat contact mogelijk moeizamer verloopt en nabestaanden een traumatische ervaring kan hebben. Wat levert distantie op en wat zijn de nadelen?

    Een voorbeeld waar persoonlijke betrokkenheid werkt, is kort na de Bataclan-aanslag. Een journalist trof een slachtoffer op straat, bood hem onderdak aan, zorgde dat hij een douche kon nemen, zijn familie kon bellen en zaken kon regelen. Daarna vroeg de journalist om een interview.

  • Hoe hiermee om te gaan?

    Inventariseer bij elk verhaal welke mate van distantie én betrokkenheid gewenst zijn. Nodig als redactie slachtoffers uit en bespreek gezamenlijk hoe distantie en betrokkenheid werken.

  • Reacties uit de beroepspraktijk

    Vaak houdt een fotograaf meer afstand tot de betrokkenen van een ongeluk dan een schrijvend journalist. Desondanks kan ook een foto impactvol zijn voor slachtoffers en nabestaanden. Denk ook bij een foto na of nazorg door fotograaf of redactie nodig is.’ (Alexander Schippers / beeldredactie ANP / NRC)

3. Maak belangen zichtbaar en weeg belangen

  • Toelichting: belangen van media en slachtoffers overlappen en verschillen

    In geval van slachtofferschap zijn er makkelijk herkenbare belangen en ingewikkelde, soms verborgen belangen. Een voorbeeld: Hoe verhoudt het belang van een slachtoffer zich ten opzichte van het belang van de nieuwsconsument of het belang van de journalist? Sommige slachtoffers treden graag op de voorgrond, ook als dat ten koste gaat van eigen welzijn. Andere slachtoffers willen niet in de media komen, ook niet als een media-optreden bijdraagt aan opsporing van een dader en / of bekendheid onder het grote publiek. En de journalist? De journalist is een zo objectief mogelijk doorgeefluik. Betekent dit ook dat een journalist alles zo volledig mogelijk onder tijdsdruk publiceert in het belang van de nieuwsconsument? Soms wel, soms niet. En hoe staat het met het belang van bereik? Clickbait scoort en ondermijnt tegelijkertijd meerdere belangen. Ook het belang van de nieuwsconsument.

    Natuurlijk zijn er tegenstrijdigheden. Soms hebben betrokkenen er belang bij om niet in de media te komen (ook niet: anoniem). Soms moet je bronnen tegen zichzelf beschermen, bijvoorbeeld als het trauma nog ‘te vers’ is en mensen geshockeerd zijn. Aan de andere kant: soms is de input van bronnen een bittere noodzaak om een solide verhaal te maken en tegemoet te komen aan de wensen van de nieuwsconsument.

    Bijvoorbeeld: Wat te doen als nabestaanden niet willen dat een vader of moeder uitsluitend herinnerd wordt als slachtoffer van een moord? Een nabestaande wil de kinderen beschermen en ervoor zorgen dat ze bij hun vader of moeder niet alleen aan moord denken, maar juist aan andere rollen die hun vader heeft vervuld.

    Heeft een nabestaande de keuze om niet in de openbaarheid te treden? Wat doe je als een andere nabestaande bijvoorbeeld een zus, vriend of collega daar anders over denkt en wel de pers te woord staat? Hoe ver reikt de verantwoordelijkheid van een journalist?

  • Hoe hiermee om te gaan?

    Maak een lijst met alle mogelijke belangen die slachtoffers en/of nabestaanden kunnen hebben. Bepaal daarna welke belangen… belangrijk zijn voor journalistieke media en waar je wel of niet rekening mee houdt.

  • Reacties uit de beroepspraktijk

    ‘Bij een groot conflict stellen we op de redacties waar ik werk eerst de vraag: welke beelden zijn nodig om de ernst van de situatie te laten zien? We zijn bijvoorbeeld terughoudend met foto’s van gewonden. Daarnaast checken we de authenticiteit van het beeld. Als bijvoorbeeld bij een heftig conflict als in Gaza of de aardbeving in Turkije een kind uit het puin wordt gedragen, dan moet je zeker weten dat die foto authentiek is. Dat het slachtoffer niet wordt misbruikt voor het verhaal van een bepaalde partij. We gaan daarom na wie de fotograaf is, welke beelden andere fotografen maken, wat de beelden van voor en na de situatie zijn en wat de context is.’ (Alexander Schippers / beeldredactie ANP / NRC)

    “Het is goed te beseffen welk effect iets kan hebben. Dat betekent niet altijd dat ik anders beslis.” (Joyce Huibers, journalist De Gooi en Eemlander)

    “Het komt voor dat mensen gaandeweg de samenwerking niet meer mee willen werken aan publicatie, bijvoorbeeld omdat het te veel energie kost of omdat zij er mentaal niet toe in staat zijn. Dan kan het alsnog een belangrijk verhaal zijn, maar dan gaat het niet door. Ook bij tegenstrijdige belangen waken we er altijd voor dat het belang van het slachtoffer op de eerste plek blijft staan.” (Jair Schalkwijk / Control Alt Delete)

4. Benoem hoe tijdsdruk en tijdloosheid media en slachtoffers beïnvloeden

  • Toelichting: In hoeverre zijn nieuwsconsumenten, media en slachtoffers gebaat bij snelle berichtgeving?

    Exploreer hoe verleden, heden en toekomst een rol spelen bij mensen die in de media komen. Soms berichten media onder tijdsdruk en gaan nuances verloren. Soms zorgt langdurige berichtgeving in de media ervoor dat de inhoud herhaaldelijk confronterend is voor betrokkenen.

    Bijvoorbeeld: een vliegtuig crasht. Het eerste kwartier is nog onbekend of het vliegtuig daadwerkelijk is neergestort. Hoeveel Nederlanders aan boord zijn is ook nog onbekend. Publiceer je direct en loop je het risico op onzorgvuldige berichtgeving? Wacht je met publiceren en pas je het check-doublecheck principe toe, dan loop je het risico dat een concurrerend nieuwsmedium eerder over de gebeurtenis bericht.

    Bijvoorbeeld: Hulpverleners reanimeren zichtbaar voor alle camera’s een sporter tijdens een wedstrijd. Foto’s en video’s staan diezelfde dag op websites en in kranten. Als gevolg daarvan past de sportbranche de werkwijze aan en worden voortaan bij reanimaties schermen om de sporter geplaatst. Als er nu weer een sporter wordt gereanimeerd, is het dan nodig te verwijzen naar die eerste sporter die aanleiding was voor de nieuwe werkwijze?

    Ander voorbeeld: bij strafzaken zijn er regelmatig terugkerende berichten. Zo komt er bijvoorbeeld bij sommige zaken na een, vijf en tien jaar een terugblik in de media. Vraag: zijn betrokkenen hiermee gediend? En staat het belang van betrokkenen in verhouding tot het algemene belang van de vrijheid van nieuwsgaring.

    Bij de belangenafweging spelen twee dilemma’s: 1. voor de journalist: het gaat om snelheid van publiceren aan de ene kant en zorgvuldigheid aan de andere kant. 2. voor slachtoffers en betrokkenen: meerdere slachtoffers gaven aan dat zij bij contact met de media gevolgen meewegen die pas na decennia mogelijk zich openbaren. Denk aan een weduwe dat niet wil dat haar kinderen over 20 jaar geconfronteerd worden met sporen op internet van de moord op hun vader.

  • Hoe hiermee om te gaan?

    Maak een tijdlijn. Inventariseer wanneer welke berichtgeving op welk moment welk effect heeft op betrokkenen. Inventariseer daarbij gevolgen voor de korte en lange termijn, niet alleen vanuit het perspectief van de journalist, ook vanuit het perspectief van slachtoffers en betrokkenen.

  • Reacties uit de beroepspraktijk

    “Het is goed om je als journalist te trainen in de stappen die tussen de nieuwssituatie en de publicatie zitten. De handreikingen helpen om daarbij breder te leren kijken.” (Alexander Schippers / beeldredactie ANP / NRC)

    “Zorgvuldigheid staat niet tegenover snelheid, maar zorgvuldigheid staat bóven snelheid. Snelheid kan belangrijk zijn, maar zorgvuldigheid is belangrijker.” (Dr. Huub Evers, ombudsman De Limburger, media-ethicus en publicist)

    “Bewust worden én bewust blijven wat herhaling doet, dat is belangrijk.” (Joyce Huibers, journalist De Gooi en Eemlander)

5. Betrek slachtoffers bij berichtgeving en voorkom (vervolg)trauma

  • Toelichting: media-aandacht vergroot én verkleint trauma’s

    Welke positieve en negatieve effecten zijn er voor betrokkenen als gevolg van aandacht in de media? Wat voor de een positief is, kan voor de ander negatief zijn. Helemaal als het gaat om een traumatische gebeurtenis. Soms is het confronterend om berichten in de media te vernemen, soms helpt het mensen juist met traumaverwerking als media aandacht besteden aan wat er gebeurd is. Sterker nog, soms zien mensen het als een eerbetoon voor slachtoffers als de media uitgebreid en zorgvuldig een casus belichten.

    Bijvoorbeeld: Als je in overleg met familieleden een televisie-uitzending maakt ter nagedachtenis aan een slachtoffer, kan dit helend werken voor betrokkenen. Ook kan het eerbetoon journalistiek relevant zijn.

    Ander voorbeeld: het herhaaldelijk tonen van beelden van een tragische verkeersongeval roept nare herinneringen op bij slachtoffers. Dit is in het bijzonder het geval als de media van een gebeurtenis een soort van begrip maken. Van MH17 tot Bijlmerramp, Metromoord, Parkmoord, Engels des doods, etc.

  • Hoe hiermee om te gaan?

    Onderzoek of berichtgeving in de media positief of negatief is als je rekening houdt met trauma’s. Is berichtgeving niet goed voor traumaverwerking en is het tóch nodig om een verhaal op een bepaalde manier te brengen? Laat betrokkenen vooraf weten dat publicatie op een zeker moment plaats zal vinden en ga met betrokkenen het gesprek aan.

  • Reacties uit de beroepspraktijk

    “Een fotograaf moet ook kunnen zeggen: dit kan ik niet vastleggen. Een verhaal gaat nooit boven trauma’s of mensenlevens.” (Alexander schippers / beeldredactie ANP / NRC)

    “Het moet een pleidooi zijn voor terughoudendheid in het benaderen van de achterban. Bij het benaderen van direct betrokkenen moet je de nodige terughoudendheid in acht nemen. Als mensen de deur dicht houden omdat er journalisten door de straat lopen, dan kom je niet ver. Wanneer familieleden van slachtoffers in de gaten krijgen dat journalisten ook afwegingen kunnen maken en dat journalisten ook mensen zijn die de vraag om terughoudendheid begrijpen, dan betaalt zich dat uit op termijn.” (Dr. Huub Evers, ombudsman De Limburger, media-ethicus en publicist)

    “Goede nazorg is belangrijk. Ik zie dat journalisten veel in contact investeren om een stuk te maken, maar dat het contact ophoudt als het stuk klaar is. Als je veel publiceert kun je de betrokkenen misschien niet altijd blijven spreken, maar het bieden van nazorg is belangrijk. Je kunt achteraf vragen hoe zij het proces en de berichtgeving hebben ervaren en daarna het contact afronden.” (Jair Schalkwijk / Control Alt Delete)

6. Houd rekening met de rolindeling en rolverdeling tussen slachtofferschap en daderschap

  • Toelichting

    “Mijn broer was slachtoffer, die is vermoord. En nee, ik ben niet slachtoffer, ik ben nabestaande.” Wie bepaalt eigenlijk wie slachtoffer is en wie niet?” Slachtoffers kunnen ook dader zijn. Een jongen die door zijn vader geterroriseerd wordt, is wellicht slachtoffer. Als hij zijn vader om het leven brengt, is hij dader. Als hij na zijn straf op scholen vertelt over zijn ervaringen, is hij helper.

    Bij slachtofferschap is er voortdurend sprake van actoren die meerdere rollen kunnen vervullen. De rolverdeling vloeit voort uit verschillende perspectieven. Een journalist kan zowel dader als helper zijn. Of slachtoffer. Zelfde geldt voor slachtoffers. Die kunnen ook helper zijn en in de rol als ervaringsdeskundige een lobby starten om onrecht aan de kaak te stellen. Een nabestaande vertelt: “De journalist had bedacht dat mijn familielid dader was. Dat hij de moord gepleegd zou hebben en behandelde hem als zodanig. Dat leverde een uitzending op vol feitelijke onjuistheden. Er klopte helemaal niets van.”

    Bij verhalen staan dader en slachtoffer soms loodrecht tegenover elkaar. Dat is wel zo overzichtelijk. Toch zien we dat slachtoffers ook daders kunnen worden en andersom. Een uiting hiervan zien we in de praktijk als victim blaming. Opvallend: de meeste slachtoffers die wij spraken zien zichzelf niet als slachtoffer of: willen zichzelf niet zien als slachtoffer. Tegelijkertijd zien we dat journalisten, gezagsdragers en soms zelfs hulpverleners de daderrol toebedeeld krijgen. Vuistregel: als er een slachtoffer is, dan is er altijd een dader.

  • Hoe hiermee om te gaan?

    Inventariseer meerdere perspectieven en onderzoek in hoeverre iemand zichzelf ziet als slachtoffer, helper, held of misschien wel dader. Kortom: is er sprake van een rolverdeling en treedt er gaandeweg rolmobiliteit op? Benoem het en ga er bewust mee om.

  • Reacties uit de beroepspraktijk

    “Ik maak in mijn interviews geen harde scheiding tussen dader en slachtoffer. Balans houden is daarbij ingewikkeld. Hoe werk je een interview uit met een dader die zijn straf heeft uitgezeten? Of een verdachte die nog niet veroordeeld is? Begrip van lezers voor de dader / verdachte kan voor nabestaanden en slachtoffers lastig te verteren zijn.” (Nathalie Huigsloot / freelance journalist voor o.a. de Volkskrant en HP de Tijd)

    ‘‘Als iemand in opspraak raakt en in de publieke opinie schuldig wordt bevonden, dan kom je in een persoonlijk gesprek vaak uit op kwetsbaarheid. Zo ontstaat begrip voor daderschap. De dader wordt dan eigenlijk slachtoffer. Daarmee word je in de ogen van het publiek als journalist ook een soort dader. Het gaat erom dat je de juiste balans vindt tussen begrip tonen voor je geïnterviewde (zodat die zich openhartig opstelt) en voorkomen dat de dader te veel slachtoffer wordt. Dat is een ingewikkelde dans.” (Nathalie Huigsloot / freelance journalist voor o.a. de Volkskrant en HP de Tijd)

7. Faciliteer een klankbord / intervisie

  • Toelichting

    Zowel beginnende journalisten als redacteuren met dertig jaar ervaring vertrouwen op hun gezonde (journalistieke) verstand en intuïtie. Begrijpelijk. Dit is meestal een individuele aangelegenheid. Elke journalist weet: gezond verstand werkt in de meeste gevallen prima. Het gaat juist om de uitzonderingen waarbij ook de meest ervaren journalisten belangen kunnen schaden. Vaak onbewust. Het is vrijwel onmogelijk om oog te hebben voor alle belangen.

    Net als hulpverleners zijn er journalisten die schijnbaar moeiteloos emoties kunnen parkeren. Journalisten zijn robuust in doen en laten. Hoort bij het vak. Je bent professional. Onder hulpverleners geldt: stoerdoenerij is een rode vlag. Als iemand nare ervaringen bagatelliseert, dan betekent dat meestal dat er risico is op verborgen trauma.

  • Hoe hiermee om te gaan?

    Faciliteer real time intervisie (pro-actief en reactief), bijvoorbeeld met een klankbord of buddysysteem. Schakel collega’s in, deel ervaringen en leer van elkaar. Maak een lijst met kenmerken waaraan je (verborgen) trauma herkent.

  • Reacties uit de beroepspraktijk

    “Blijf op (foto)redacties constant bespreken wat je ziet, waarom je het ziet en hoe je het ziet. Dat geldt vóór publicatie en zeker ook erna.” (Alexander Schippers / beeldredactie ANP / NRC)

    ‘‘Als de beelden heftig zijn bespreek dan op de redactie met elkaar wat je hebt gezien. Neem ook genoeg pauze. Nadat ik veel beelden had gezien van het conflict in Gaza was het goed om een uurtje bezig te zijn met de fotoselectie van Max Verstappen voor een artikel over de Formule 1-race.” (Alexander Schippers / beeldredactie ANP / NRC)

    ‘Professionaliteit betekent ook dat een fotograaf het aangeeft als een situatie te complex is voor één paar ogen. Bij een heftig ogenblik als het Stint-ongeluk is het noodzakelijk dat een redactie de foto’s goed bekijkt. Je moet zeker weten dat daarop geen onnodige of pijnlijke details staan.’ (Alexander Schippers / beeldredactie ANP / NRC)

Updates

Maandag 22 januari was de eerste reflectiebijeenkomst van slachtoffers in de media. Op de Hogeschool Utrecht kwam die ochtend experts en geïnteresseerden bij elkaar om het hier over te hebben.

De kranten staan deze week weer vol met berichten over de strafzaak van de Erasmus schutter Fouad L., de eerste zitting in de zaak Gino, en -heel recent- een schietdrama in Drenthe, waar veel details nog bekend moeten worden. Graag nodigen we je van harte uit voor een reflectiebijeenkomst over de impact van al deze mediaberichtgeving op slachtoffers en nabestaanden, a.s. maandagochtend 22 januari 2024.

Wanneer iets ingrijpends gebeurt zoals een moord of vermissing, brengt dit in de samenleving veel teweeg. Privacy van slachtoffers en de media lijken vaak geen goede combinatie. Hoe kunnen we nabestaanden en slachtoffers beschermen, maar ook faciliteren in hun omgang met de media? Aan het woord zijn Evy Khouw, oprichter en manager van Namens de Familie en Henk Ruijl, hoofdredacteur bij Omroep West.

Doe de quiz

Op de hoogte blijven van het vervolg?

Laat je gegevens achter op deze pagina.