“Een deel van mijn privacy opgeven, neem ik voor lief”

Op 27 juli 2017 was Joost Wolters op weg naar huis, naar zijn vrouw en pasgeboren zoon. Een verwarde man vermoordde hem in de Amsterdamse metro. Hoe heeft dit kunnen gebeuren? De familie zocht antwoorden. Over de gebeurtenissen na de moord schreef zus Saskia Wolters het boek ‘What the f*ck’. Hoe ging zij om met media-aandacht? (Foto: Lodewijk van der Grinten)

Door: Afke Laarakker en Joan Zijerveld

Aanvankelijk hield de familie de media op afstand. Uiteindelijk was er toch contact met twee journalisten: Elsbeth Stoker (de Volkskrant) en Mark Schrader (AT5).

Hoe voelde het om zelf contact met de media op te nemen?
“Een zwart gat. We hadden geen idee wat het ons zou brengen. Ik had nog nooit met de media te maken gehad. Ik weet nog dat ik belde naar de redactie van de Volkskrant en vroeg naar Elsbeth Stoker. Ik zei tegen degene die ik aan de lijn kreeg: ‘beetje een gek verhaal. Ik ben de zus van de vermoorde Joost Wolters, van de zaak die bekend staat als de metromoord.’ Zelf gebruik ik die term nooit, het is een verschrikkelijke naam. Toch weten mensen wél direct waar het over gaat. Ik hoorde het enthousiasme in de stem van degene die ik sprak, al deed ze erg haar best neutraal te klinken.”

Was het enthousiasme pijnlijk, het ging toch over je vermoorde broer?
“Eigenlijk vond ik dat wel prettig. Het is beter dan drie weken wachten op een reactie. Ik liet een terugbelverzoek achter. Twee minuten later had ik Elsbeth Stoker aan de lijn. Op het moment dat ik haar sprak, was het vertrouwen van de familie in mensen en instanties afgenomen. Mensen spraken niet de volledige waarheid tegen ons. Ik was wantrouwig. Wij hadden begrepen dat Elsbeth had gezegd dat zij ons kende. Ik wist zeker dat het niet zo was: ik ken veel mensen, maar haar kende ik niet. Dus toen ik haar de eerste keer sprak, ben ik daar gelijk over begonnen. Ik zei: ‘ik wil graag iets uit de wereld helpen.’ Elsbeth legde uit dat ze de woordvoerder van het OM had laten weten dat zij via-via over de moord op Joost had gehoord en graag in contact wilde komen. Toen dat misverstand was opgelost, maakten we een vervolgafspraak.”

Waarom nam je contact op met Eslbeth Stoker als jullie zo wantrouwig waren?
“We liepen vast in ons onderzoek naar de gebeurtenissen die leidden tot het verlof van de moordenaar van mijn broer. We hoopten dat journalisten deuren konden openen die voor ons gesloten bleven. En… mijn vader leest al zijn hele leven de Volkskrant. We vonden De Volkskrant een serieuze krant die heeft bewezen goed onderzoek te doen. Daarbij kwam dat de Officier van Justitie ons destijds liet weten dat een Volkskrant-journaliste contact zocht met ons. Dat was de reden dat ik later specifiek op zoek ging naar Elsbeth. Ik wist dat zij bekend was met onze zaak.”

Was er nog een andere manier dan via de media om deuren te openen?
“Nee, volgens mij niet. Instanties schermden met de privacy van de dader en beroepsgeheim. Hoezo privacy, dacht ik dan. Die man heeft een moord gepleegd, waarom hebben we het dan nog over privacy? We wilden echt niet elk detail op straat gooien, maar als je niet wilt reflecteren op je eigen handelen hoe kun je er dan van leren?”

"Op het moment van een geweldsincident, zoals laatst met de drie moorden in Rotterdam, word ik wel tien keer per dag gemaild en gebeld"

Hoe verliep de eerste afspraak?
“We vroegen Elsbeth om bij Annemiek, de weduwe van Joost, thuis langs te komen. Na alle onveilige situaties die we hadden meegemaakt wilden we op een vertrouwde plek ons verhaal doen. Mijn ouders kwamen ook en we hadden onze kinderen bij ons. Voor het gesprek waren we bang dat een journalist aan de haal zou gaan met ons verhaal. Wij hadden geen belang bij een portret van Joost of van onszelf. We wilden eerst aftasten. Konden we Elsbeth vertrouwen? We spraken over de zaak in de woonkamer, zittend op de banken en wat extra stoelen die we hadden neergezet. We hadden koekjes op tafel staan. Ze paste zich prima aan de informele sfeer aan en we zagen oprechte interesse. Elsbeth snapte hoe instanties werken en kende de complexiteit van deze zaak. Het werd duidelijk dat zij een kwalitatief artikel wilde maken en niet een snel stukje om mee te scoren.”

Ook AT5 besteedde aandacht aan de zaak. Hoe kwamen zij in beeld?
“Onze advocaat Richard Korver vertelde ons dat Mark Schrader van AT5 aandacht wilde besteden aan de zaak en ons graag zou interviewen. AT5 had al eerder aandacht besteed aan de zaak en wilde nu een tijdlijn maken. Korver en Schrader hadden elkaar al gesproken, maar hij heeft toen ook Stoker gebeld en een gezamenlijke afspraak gemaakt.”

En hoe pakte dat uit?
“Het eerste gesprek samen verliep goed. Opeens waren er twee journalisten met onderzoekskennis en ervaring die ons hielpen de feiten boven tafel te krijgen.”

“In het begin was het contact intensief, we deelden veel informatie. Elsbeth en Mark kwamen middenin ons gezinsleven terecht. Ik was zelf net bevallen van mijn zoontje. Annemiek had ook een klein kind. De kinderen waren er gewoon bij als zij op bezoek kwamen. Elsbeth en Mark leerden de familie kennen en zagen ook het verdriet. Hoewel er nooit expliciete afspraken zijn gemaakt, hebben zij zich nooit laten verleiden om erover te schrijven voor een smakelijker verhaal. Achteraf bleek dat ons gevoel goed was.”

Het vertrouwen ontstond gaandeweg…
“Ja, vooral omdat zij ook alles met óns deelden. We belden elke dag, soms meerdere keren per dag. Ik had een soort hotline. Zeker met Mark sprak ik veel. Vanwege praktische zaken rondom de documentaire, maar ook omdat hij als mens enorm was geraakt. Hij bleef maar zoeken en dan belde of appte hij weer met ‘wat ik nu toch gevonden heb…’”

"Ik werk niet mee aan nieuwsprogramma’s waar een onderwerp maar twee minuten wordt besproken. Daar zijn gebeurtenissen te complex voor"

Recent schreef je een boek, waarom wilde je dat doen?
“Er was zo veel misgegaan bij instanties, ik hoop dat een boek zou bijdragen aan verandering. Ik wilde bijvoorbeeld laten zien hoe met ons als nabestaanden is omgegaan. In Nederland is er veel aandacht voor de dader en de terugkeer naar de maatschappij. Terwijl er voor de slachtoffers in verhouding  weinig geregeld is. Het boek is voor mij een gespreksmiddel richting instanties en de politiek..”

Het boek bevat details. Bijvoorbeeld details over het app-verkeer tussen de familieleden onderling. Voelde het, zoals je destijds vertelde in de Volkskrant, alsof jullie privacy moesten opgeven?
“Het ligt toch allemaal al op straat, dacht ik bij het schrijven van het boek. Ons verhaal was voor een groot deel al verteld in reportages en talkshows. Toch lag dit voor Annemiek anders. In eerste instantie hebben we overwogen om het boek gezamenlijk te schrijven. Uiteindelijk wilde Annemiek geen verdere details over haar persoonlijke leven naar buiten brengen.”

“Dat begreep ik. Mijn overweging is anders. De hulpverlening was mijn vakgebied, al voor de moord. Ik was gebiedsmanager in de crisishulpverlening, werkte samen met de ggz, reclassering en justitie. Ik wist dat het boek ook over mijn persoonlijke leven moest gaan. Ik ben geen journalist en juist deze persoonlijke ervaringen, zoals de geboorte van mijn zoontje vlak na de moord op Joost, laten zien hoe heftig de ervaring van een moord voor nabestaanden is. Het werkt generaties lang door. Een deel van mijn privacy opgeven neem ik voor lief.”

Hoewel inmiddels feiten boven tafel zijn, verschijn je nog wel in de media. Als een televisieprogramma je vraagt, overleg je dat dan met Annemiek en je ouders?
“Niet meer. Al laat ik het ze wel van te voren weten. Voor mijn moeder  is zo’n uitzending meestal spannender dan voor mij. Ik ben een makkelijke prater en kan vanwege mijn werk met enige afstand over het onderwerp praten. Zo’n uitzending is voor hen emotioneel en beladen, het haalt het verdriet boven. Maar zij en Annemiek kunnen zelf kiezen om wel of niet te kijken. ”

Is er een moment geweest waarop alles is bereikt?
“Voor ons is inderdaad alles wel bereikt. Er zijn excuses gemaakt en de slechte samenwerking door verschillende instanties is ook politiek behandeld. Toch zijn er nog steeds vergelijkbare incidenten. Op het moment van een geweldsincident, zoals onlangs bij de moord in een Albert Heijn filiaal in Den Haag, dan word ik daarna wel tien keer per dag gemaild en gebeld. Van Hart van Nederland tot 112-programma’s, ze willen dan een reactie van me. Ik werk niet mee aan nieuwsprogramma’s waar een onderwerp maar twee minuten wordt besproken. Daar zijn gebeurtenissen te complex voor. Bij Eén Vandaag, Jinek en Op1 schoof ik wel aan toen mijn boek net uit was. Daar is er meer tijd om een onderwerp vanuit verschillende kanten te belichten. En dan bedoel ik niet alleen vanuit het perspectief van de nabestaanden. Dit soort programma’s wordt ook door politici bekeken, dat helpt om thema’s waarover het ook in mijn boek gaat op de agenda te houden. Als er in de toekomst iets geks gebeurt met de dader van de moord op Joost kan ik me voorstellen dat ik daar weer zit.”

Heb je nog contact met Mark en Elsbeth?
“We hebben elkaar goed leren kennen. Met Mark bel en app ik nog regelmatig. Hij werkt nu bij Nieuwsuur. Als hij een contact nodig heeft, dan help ik hem. Als ik iets interessants lees of hoor, dan stuur ik dat aan hem door.”