“Ik probeer me altijd terughoudend op te stellen naar slachtoffers”

“Het was middenin de zomervakantie toen Joost werd vermoord, ik hoorde er daardoor pas later over. Nadat ik via-via begreep dat er voorafgaand aan de moord van alles mis leek te zijn gegaan, besloot ik de nabestaanden te benaderen via het Openbaar Ministerie. (Foto: Pauline Niks)

Door Joan Zijerveld

“Het is altijd prettig als de familie een advocaat of anderszins iemand heeft aangesteld waarmee je contact kunt opnemen. Ik kan me namelijk goed voorstellen dat als je zoiets heftigs meemaakt, je niet zit te wachten op een journalist in je voortuin. Uiteindelijk werd mijn verzoek met de familie besproken en belde Saskia terug. Zij zei: alles wat mis kon gaan in deze zaak, is misgegaan.”

“Alles is wel heel veel, dacht ik nog. Later bleek dat ze gelijk had. Er zitten heel veel schokkende aspecten aan deze zaak. Het meest geschokt, was ik misschien wel door het feit dat de rechter die Philip O. een of twee jaar eerder had veroordeeld, geen rekening had gehouden met eerdere geweldsmisdrijven die O. in het buitenland had gepleegd. Die informatie ontbrak namelijk in het dossier. Als die informatie wel in het dossier had gezeten, had O. mogelijk een zwaardere straf gekregen.”

“Niet alleen ik, ook een andere journalist, Mark Schrader van AT5, was geïnteresseerd in de zaak. Daar heb ik even van gebaald, maar de wereld is volgens mij groot genoeg voor twee journalisten.”

"Bij een goed verhaal hoef je niet vol op het orgel qua emoties om meer impact te maken"

“In eerste instantie zijn Mark en ik los van elkaar aan de slag gegaan. Er was wel een klik en op een gegeven moment hadden we elkaar drie keer per dag aan de lijn. We besloten samen verder op te trekken. We verdeelden het werk onderling. Ook gingen we regelmatig samen naar afspraken. De samenwerking versterkte het verhaal. Het enige wat wij onderling hebben afgesproken, is dat we tegelijk zouden publiceren. De samenwerking was wel bijzonder. Sindsdien heb ik niet meer op zo’n manier met andere media samengewerkt.”

“Het contact met de familie Wolters verliep ook goed. Vanaf het begin waren zij open naar ons. Dat gaf vertrouwen, maar het was ook duidelijk dat zij alleen de media zochten omdat er geen andere mogelijkheid was om verder te komen in het onderzoek naar de dader. Er was geen twijfel over wie de dader was maar de familie wilde een onafhankelijk onderzoek naar de werkwijze van de verschillende organisaties die betrokken waren. Daar hadden zij de pers bij nodig.”

“We hebben de familie om de zoveel tijd geïnformeerd over de vorderingen en planning voor de publicatie. De dilemma’s in zo’n heftige zaak besprak ik met collega’s, in dit geval ook met Mark. We hebben geprobeerd om zo transparant mogelijk naar de familie te zijn en hen, voor zover mogelijk, goed op de hoogte te houden van de ontwikkelingen.”

“Ook kort voor publicatie heeft de familie alles mogen lezen, om te controleren op feitelijke onjuistheden en om te voorkomen dat ze bij de publicatie door iets verrast zouden worden. Het is een heel heftig en verdrietig verhaal. Op de redactie is er altijd iemand die het verhaal meeleest en krijgen journalisten doorgaans eerder het verzoek om dichtbij de feiten te blijven dan om meer emotie in een verhaal te brengen. Bij een goed verhaal hoef je niet vol op het orgel qua emoties om meer impact te maken. Het verhaal op zich is bij deze zaak al heftig genoeg.”

“Ik probeer me altijd terughoudend op te stellen naar slachtoffers. Zij bevinden zich op dat moment in een hele kwetsbare fase. Het is een balansoefening die bij iedereen altijd anders is. Soms zitten mensen niet op media te wachten, maar ik heb ook geleerd dat naar buiten treden sommige slachtoffers kan helpen. Het vertellen van je verhaal kan sommigen het gevoel geven dat ze – in ieder geval voor een deel – weer grip krijgen op de zaak.”