“Bij generieke journalisten zie ik het vaker misgaan”

Judy op het Veld werkt sinds 2020 als media-adviseur op vrijwillige basis voor Namens de Familie, onderdeel van Stichting Slachtofferhulp Nederland. Op het Veld staat de zussen, Kelly en Naomi bij in het omgaan met de media: ‘Door mijn werk zie ik dat ik met journalisten goede afspraken kan maken.’

Door: Julia den Heijer

“Je weet nooit van tevoren met wat voor situaties je te maken krijgt. Wel weet je dat je bij families komt waar iets vreselijks gebeurd is. Hoe ga je daarmee om? Wat moet je zeggen? Hoe kan je ondersteunen? Daarentegen merkte ik ook dat families, hoewel zij in een overlevingsmodus zitten, aanspreekbaar zijn en je met elkaar afspraken kunt maken over media-aandacht. Mensen zijn dankbaar dat je hen helpt. Natuurlijk is er verdriet bij de families. Gelukkig ben ik in staat om professioneel te blijven, uiteraard met medeleven. Doordat je meer op afstand staat kun je steun geven.  Ik ben degene die scherp moet blijven. Ik kijk bijvoorbeeld meteen naar de sociale mediakanalen van de familie en het slachtoffer.

De zaak Gino trekt media-aandacht. Het gaat om een kind, zoektochten en er is sprake van seksueel misbruik. Journalisten volgen dat. Gaat het weleens mis? Ja. Er ging destijds een foto rond van een mogelijke tweede verdachte. L1 bracht als eerste het nieuws over een eventuele tweede verdachte. Veel media namen dit daarna klakkeloos over.

Ik heb wel eens contact opgenomen met journalisten. Bijvoorbeeld met een AD-journalist. Die bracht details naar buiten die voor de familie confronterend waren. Dan bel ik op en vraag ik of de passage uit het artikel kan.

"Dit was een risicovolle situatie"

De redactie van HLF8, destijds een talkshow op SBS6, maakte in mijn ogen een verkeerde inschatting. De redactie belde een van de vriendinnen van Kelly, de oudste zus. De vraag: of Kelly  live in de uitzending haar verhaal wilde doen. Ik vind dit een verkeerde keuze van HLF8: Kelly was hier zeker nog niet klaar voor. Kelly nam uiteindelijk zelf een besluit. Ik heb haar op het hart gedrukt niet te veel in detail te gaan. Ze deed het supergoed. Ze hield zich in toom. Maar dit was een risicovolle situatie.

Door mijn werk voor Namens de Familie merk ik gelukkig ook dat ik met journalisten goede afspraken kan maken. Vooral als je journalisten kent. Veel media hebben gespecialiseerde verslaggevers met wie je goed contact opbouwt. Zo geven zij vooraf aan wat ze willen en vragen ze hulp om het verhaal zo goed mogelijk weer te geven. 

Redacties werken vaker met specialisten. Journalisten die vaker op dit soort zaken worden gezet. Dat vind ik een goede ontwikkeling. Zij begrijpen de gevoeligheden en zijn daarin meestal secuur. Bij generieke journalisten zie ik het vaker mis gaan. Journalisten die normaliter op andere onderwerpen zitten en ‘even’, zonder zorgvuldigheid, een interview afnemen bij mij of bij nabestaanden.

"De zussen willen dat Gino niet vergeten wordt"

Bijvoorbeeld een RTL-journalist met wie ik had afgesproken voor een interview om het alleen over Gino te hebben en niet over de verdachte. Toch begon de verslaggever over de verdachte tijdens de opname. Ook een NOS-verslaggever heeft bij een van de stille tochten geprobeerd om met de zussen van Gino in gesprek te gaan. Dat is echt niet het moment om allerlei vragen te stellen. Vertrouwen is voor mij de basis; dat verdient zich ook terug als het wél goed gaat. En precies dat merk je in de samenwerking met verslaggevers. Zij hebben een belangrijke rol om zo’n heftige zaak als deze, goed, zorgvuldig en op de juiste manier weer te geven.

De zussen van Gino zien hoe belangrijk hulpverlening is en ook hoe belangrijk media-advies is. Hierin werk ik nauw samen met Stichting Slachtofferhulp Nederland, advocaten en politie. De zussen willen dat Gino niet vergeten wordt. Om die reden werken zij mee aan publiciteit in kranten maar ook bijvoorbeeld aan het televisieprogramma ‘voor wie steek jij een kaarsje aan’. En daarnaast doen zij er alles aan om te voorkomen dat zoiets vreselijks nog een keer gebeurt.”